In de schikking zit een vingerblad
als de hand van God,
waarin jouw naam gegrift staat.
De grote witte roos is Nienke,
de drie kleine rozen
staan voor de ouders en het broertje.
Gipskruid
voor de gemeente die om Nienke heen staan.
Ik heb je in mijn handpalm gegraveerd.